Veel beperkingen kunnen op verschillende momenten in ons leven opduiken. Die beperkingen vereisen een passende aanpassingen en/of het gebruik van een hulpmiddel in het dagelijks leven.
De beperkingen kunnen verschillende aanpassingen vereisen:
- Motorische: vermogen om bewegingen uit te voeren.
- Zwakte: langzamere, zwakkere bewegingen.
- Parese: gedeeltelijke verlamming en gevoeligheidsstoornissen.
- Verlamming: spastisch, slap of chorea (ongecontroleerde bewegingen).
- De gevoeligheid.
- Evenwicht: duizeligheid.
- Vegetatieve functies: incontinentiestoornissen .
- Psychische stoornissen: moeite om zijn plaats te vinden in de maatschappij (depressies en isolement).
Je autonomie behouden: betekent "vrij zijn" om je eigen beslissingen te nemen, alleen kunnen doen wat je wilt, zonder hulp van buitenaf.
Autonomie is een zeer relatief begrip; iedereen heeft er zijn eigen kijk op.
Hier zijn enkele hulpmiddelen die een grote hulp kunnen zijn.